Beginnen met karpervissen? Lees dan zeker dit artikel goed door, dit leerzame artikel helpt je als beginnende karpervissers direct op weg. Naast tips voor het karpervissen staat er ook veel leerzame achtergrond informatie in. Abonneer je ook op het youtubekanaal ' BFP Karpervissen Kenniscentrum' hierin leggen we middels film alles uit omtrent het karpervissen.
Karpervissen voor beginners
Heb je nog niet veel ervaring met het statisch(vissen met beetmelders) vissen op karper of zou je graag extra tips willen in voor het karpervissen? Dan is dit artikel zeker iets voor jou! In dit artikel gaan we het hebben over een aantal principes en tips die jou kunnen helpen in je visserij. In dit artikel gaan we het hebben over:
- Achtergrond informatie over de karper
- Welke materialen heb je nodig voor deze visserij?
- Welk aas kan je het beste gebruiken?
- Welke rigs kan je het beste gebruiken?
- Waar baseer je je stekkeuze op?
- Hoe vis je telkens op dezelfde plek?
- Hoe zorg je voor de gevangen karper (Carp Care)?
1). Achtergrond informatie over de karper
Voordat je op karpers gaat vissen is het belangrijk om een beetje achtergrondinformatie te weten. De karper mag zich graag bevinden in warm water, daarom komen vooral de ondiepe stilstaande of langzaam stromende wateren in aanmerking als je wilt beginnen met karpervissen. Vooral ondiepe parkvijvers zijn vaak erg goed om het karpervissen te leren, op de meeste parkvijvers zwemt een goed karperbestand, ideaal dus om hier te beginnen. De watertemperatuur is afhankelijk van het jaargetijde, de weersomstandigheden, vorm en diepte van het water. Diepe wateren warmen in het voorjaar veel trager op dan ondiepe wateren. Deze factoren samen bepalen in hoge mate dus waar de karper zich in het water ophoudt.
In de zomerperiode is de karper een actieve vis. Dit komt doordat het water dan een hogere temperatuur heeft. Hij kan per dag flinke afstanden afleggen. Dit is in tegenstelling tot zijn vrij passieve gedrag in de winter. Karper zwemt in de zomerperiode vrijwel nooit alleen. Meestal verplaatst de vis zich in kleine groepjes. Bij stil, warm weer vertoeft de karper vaak vlak onder het wateroppervlak. De vissen zijn zo dus makkelijker te spotten, TIP: gebruik hier voor een Polaroid bril, deze bril is onmisbaar om de karpers goed te spotten langs de over/onder struiken etc.
In de herfst trekt de karper naar de diepere plekken van ons viswater. De vissen verzamelen zich op die plekken omdat het daar nog warm is. De karper begint dan ook veel reserves aan te leggen voor in de winter. Ook is het zo dat in de herfst het natuurlijke voedsel in het water afneemt. Door op dat moment te gaan voeren moet de karper wel op jouw aas eten aangezien het andere eten er bijna niet meer is.
In de winter vormt de karper scholen in dieper water en eet dan nog maar ‘mondjesmaat’. Karper wordt zelden op een diepte van meer dan 30 m gevonden. Karpers zijn van nature meestal erg schuw en vluchten weg bij elke onnatuurlijke beweging of lawaai in en langs het water. Alleen tijdens de paai laat de karper die aangeboren voorzichtigheid varen. Maar zodra die periode is afgesloten, mijdt de karper weer de plekken waar het hem te onrustig is. Rust aan het water is dan ook een zeer belangrijke factor of de vis in je sector blijft of niet.
2). Welke materialen heb je nodig voor deze visserij?
Voor het vissen op karper heb je een bepaalde soort materialen nodig om een vis veilig te landen. We beginnen met de hengel, deze nemen we in een lengte van 3,60 meter. Waarom 3,60 meter? Dit is een lengte waardoor je ver kan werpen en toch tijdens de dril een paar fouten kan maken die de hengel opvangt. Wat ik bedoel met fouten is dat als je bijvoorbeeld de slip van je molen te dicht hebt staan, dat de hengel nog extra kan buigen zodat je de vis niet verliest. De hengel nemen we in een testcurve tussen de 2,5 lbs en de 2,75 lbs. Dit is de mate waarin de hengel doorbuigt bij een vis, waarbij 1lbs uitermate soepel is en 5lbs zeer stijf. Een testcurve van 2,5lbs of 2,75lbs is dus mooi gemiddeld en geschikt voor bijna alle visserijsoorten.
De molen nemen we in een 6000 formaat(iets kleiner/groter volstaat ook), dit is een formaat die niet te groot is maar toch genoeg lijn bevat voor meerdere visserijsoorten. De molen heeft meestal een redelijk ondiepe spoel waardoor afstanden ook nog goed gegooid kunnen worden. Op deze molen spoelen we een lijn tussen 30/00e en 43/00e, dit is afhankelijk van het type water waar je vist. Vis je op een water zonder obstakels dan volstaat 30/00e. Echter als je op een water vist met obstakels dan is het verstandig om 40/00e of 43/00e op te spoelen. Dit omdat deze dikkere lijn beter schuurbestendig is.
De zorg om de gevangen vis is zeer belangrijk bij het karpervissen. Dit doen we door een groot (42 inch) schepnet te gebruiken met fijne mazen en een onthaakmat. Deze producten zijn zeer belangrijk voor de zorg van de karper, maar daarover later meer.
Voor het statisch vissen op karper heb je vrij zwaar lood nodig. Dit omdat we meestal op afstand vissen en met een zelfhaaksysteem vissen. Wat houdt een zelfhaaksysteem in? De vis haakt zich onderwater op het gewicht van het lood en de waterdruk op de lijn. Hierdoor hoeven wij als visser niet meer aan te slaan en alleen druk op de lijn te houden. Het vissen wordt op deze manier een stuk ’luier’ omdat je niet meer hoeft aan te slaan. Echter kan je op deze manier wel de schuwere karpers vangen omdat je geen verstoring hebt bij je stek. Ik vis altijd met een loodgewicht tussen de 80 en 140 gram, dit zal het snelste prikken onderwater.
Je kan kiezen voor 2 loodsoorten, inline en wartellood. Inline lood is lood waarbij de lijn door het lood heen loopt. Dit is een loodsoort die snel gewicht op de haak brengt waardoor het snel prikt. Wartellood is lood welke aan een wartel bevestigd is, dit lood kan je vissen op drassige bodemsoorten of als je bij obstakels moet vissen. Wartellood vis je op een loodclip of met een helikopter setup. Een helikopter systeem is ideaal voor het vissen op afstand of bij het vissen op hele drassige bodem. Een leadclip is ideaal als je het lood eventueel moet lossen als een vis vast komt te zitten of als je snel van loodgewicht wil wisselen. De meeste vissers vissen met wartellood, dit omdat je snel van lood kunt verwisselen en het lood kunt verwijderen van je lijn bij het inklappen/vervoeren van je hengels.
3). Welk aas kan je het beste gebruiken?
Bij het vissen op karper kan je vele soorten aas gebruiken. Ik kies echter 9 van de 10 keer voor boilies. Dit omdat het aasjes zijn die speciaal worden afgestemd op de behoefte van een vis. Boilies kan je voor het gemak in twee categorieën verdelen, Zoet en Vismeel. Mijn voorkeur gaat altijd uit naar een mix van boilies. Ik neem het liefst een zoete en een vismeel boilie. Dit omdat je met 1 boiliesoort niet elke vis kan aanspreken. Denk hierbij aan hoe het bij ons mensen gaat, de een houdt van een malse biefstuk terwijl de ander liever een salade eet. Zo pak ik het ook aan in mijn visserij, ik neem een zoete boilie en een vismeel bol omdat ik zoveel mogelijk vissen wil aanspreken. Wil ik nog meer vissen aanspreken dan ga ik partikels gebruiken, echter zijn deze zeer witvis gevoelig dus hier ben ik wel voorzichtig mee. Tijgernoten zijn de beste keus als het om particles gaat. TIP: meng dit door je boilies heen en maak één mix.
Door met boilies te vissen, vis je selectief op de wat grotere vissen. Twee boilies die ik graag gebruik zijn de Sweet Temptation en de Fish N Tutti. Dit komt omdat deze boilies het beste zijn van twee werelden, de Sweet Temptation zorgt voor het zoete aspect en de Fish 'N Tutti als echte vismeel knaller. Met deze twee boiliesoorten zal je veel vissen aanspreken en dus veel vis op je stek krijgen. Ik vis afhankelijk van het witvis bestand het liefst twee diameters door elkaar. Ik doe dit meestal met 15 en 20mm boilies. Door 2 diameters van elke bol te gebruiken en 2 soorten te gebruiken zal de vis niet snel doorhebben welk aas het meeste gevaar geeft waardoor ze sneller met vertrouwen gaan eten op je stek. Het voordeel van deze mix is dat deze het gehele jaar gebruikt kan worden, het enige wat ik aanpas is de hoeveelheid voer.
In het voorjaar voor de paai voer ik niet zo veel omdat de vis net uit de winterslaap komt. Heeft de vis echter gepaaid en gaan we de zomer in dan begin ik te voeren, de vis is namelijk los en dan moeten ze eten hebben. Daarom schroef ik mijn voerhoeveelheid op. Hoeveel? Ik bepaal dat altijd aan de hand van het bestand aan vissen wat er zwemt. Zwemmen er veel vissen voor het hoeveelheid water? Dan ga ik strooien, minimaal 1 a 2 kg per dag is mijn advies dan. Echter als het bestand laag is dan voer ik iets minder, je hoeft immers minder mondjes te vullen. Ik voer wel altijd verspreid, dit om een zo groot mogelijk gebied van voer te voorzien. Als de vis dan ergens anders begint te eten dan dat ik vis, krijgen ze er wel al vertrouwen in aangezien ze er nog niet op gevangen worden. In de herfst voer ik ook nog steeds stevig aangezien de vissen zich voorbereiden op de winter en dus een vetlaagje aan moeten leggen.
Zoals eerder vermeld neemt het natuurlijk voedselaanbod voor een vis af naarmate we naar de winter gaan. Door op de honger in te spelen van de vis en het afnemen van het natuurlijke eten kan je nu echt je slag slaan. Dikkere vissen komen vaak in deze periode op de kant en nachten met veel vissen zijn goed mogelijk nu. Dit is ook meestal de periode dat je van veel mensen hoort dat hun vangsten omhoog schieten.
Als we in de winterperiode aan komen is het water koud, de grote aasperiodes zijn afgelopen en de vis wordt passief. Het metabolisme van de karper draait nog maar amper en veel voeren is nu funest voor je visserij. In deze periode ben is super mobiel in mijn visserij. Een groot deel van mijn visspullen blijven op de viskar zodat ik snel kan verkassen mocht dat nodig zijn. In deze tijd van het jaar voer ik bijna niks, hooguit een zakje met pellets of grondvoer knoop ik aan mijn haak. De locatie is nu super belangrijk, aangezien de vis amper zwemt nu, kan een meter van de vis af liggen al teveel zijn. Ik gooi dan ook frequent mijn aas naar een andere plek, elk half uur tot uur verplaats ik de hengels. Binnen die periode moet je een aanbeet kunnen krijgen, krijg je die niet dan zit de vis waarschijnlijk niet in dat deel.
4). Welke rigs kan je het beste gebruiken?
De rig die ik het meeste gebruik is super basic. Ik wil namelijk mijn onderlijnen snel kunnen knopen aan de waterkant. De rig die ik het meeste gebruik is een onderlijnmateriaal van semi stijf gecoat materiaal. De rig is ongeveer 15/17 cm lang en ik gebruik een curve shank type haak. Dit omdat deze snel zal draaien en prikken in de bek van een vis. Op de haak vis ik met een klein siliconen rubbertje om de hair te sturen en een line aligner of krimpkous op het oog van de haak. De lengte van de hair hangt af van het type aas wat ik gebruik. Gebruik ik een 20mm boilie op de hair, dan houd ik een ruimte van een halve centimeter tussen bovenkant boilie en haakbocht. De hair heeft dan een lengte van ongeveer 25mm. Ga ik echter met groter aas vissen, dan wordt de ruimte tussen aas en haakbocht ook groter. Hierdoor geef je de haak de ruimte om de draaien en vlees te pakken in de bek van en vis. Vis ik bijvoorbeeld met een 25mm boilie en een 15mm pop-up dan maak ik de ruimte groter, denk aan een 1,5cm tot 2,5cm. Ik gebruik bij deze rig een haakmaat 4 of groter, dit omdat ik meer vertrouwen heb in een grotere haak. Deze pakt namelijk meer vlees in de bek van een vis.
Deze rig gebruik ik echter alleen als ik op de bodemvis. Vis ik alleen met pop-ups dan vis ik het liefst met een chod of een hinged stiff rig (Een hinged stiff rig is een chod met een stijve afhouder). Dit omdat, ondanks de stijve materialen die je gebruikt, de haakbocht verlengd wordt. Je vist dus eigenlijk met een grote line aligner. Een Ronnie Rig is ook een optie, alleen vind ik bij deze de mate waarin de haak ruimte heeft wat minder mooi.
Mocht je het eerst nog niet ‘’aandurven’’ om zelf te knopen, wat begrijpelijk is als beginnende visser. Dan kan je ook kant en klare onderlijnen kopen, deze zijn gebaseerd op dezelfde principes als wat ik in mijn visserij doe. Vrijwel alle onderlijn soorten zijn tegenwoordig kant en klaar te verkrijgen. Van chod tot ronnie rigs en mijn eigen favoriet, het is tegenwoordig te verkrijgen.
Ik pas mijn onderlijn en mijn loodsysteem aan op de ondergrond waar ik op vis en op de obstakels in het water. Vis ik op een hele drassige bodem dan kies ik voor een helikopter systeem, dit omdat het lood in de blubber weg kan zakken en de onderlijn er mooi bovenop kan liggen. Ditzelfde geldt voor als ik in wier zit te vissen, dan kies ik ook voor een helikopter systeem. Vis ik echter op een redelijk harde ondergrond dan kies ik voor een loodclip systeem. Dit omdat deze sneller inhaakt dan een helikopter systeem. Een inline systeem gebruik ik zelf niet snel omdat je heir niet snel je loodgewichten kan wisselen.
De onderlijn pas ik ook aan op de bodemgesteldheid. Op een harde ondergrond kan er namelijk nog een laagje wier staan die je eerst niet door had. Hoe je hier achter komt is een lood met ribbels op de stek te werpen en deze over de bodem te trekken. Vaak zal je zien dat er een laagje bladeren ligt of een klein wier laagje. In wier vis ik het liefst met een uitgebalanceerd aasje, deze zal niet wegzakken in het wier en altijd gepresenteerd zijn. Ligt er een beetje bladafval dan vis ik gewoon met mijn standaard onderlijn, deze is dan namelijk gewoon gepresenteerd. Het allermooiste is een harde plaat zonder afval er op, heb je het geluk dat je daar op kan vissen dan weet je zeker dat je onderlijn montage goed ligt. Alles wat ik heb genoemd zijn een soort richtlijnen, ga vooral zelf je onderlijnen knopen, dan kan je zelf ondervinden wat voor jou het beste werkt!
5). Waar baseer je je stekkeuze op?
Zoals eerder genoemd is locatie zeer belangrijk. In mijn visserij is het 10% aas, 10% rigs en 80% locatie. Als je namelijk niet vist waar de vis is, kan je ze ook niet vangen. Hoe ik weet waar vis zich bevind? Ik kijk naar een aantal tekenen die vissen kunnen afgeven en zichzelf als het ware doen verraden. Zo kunnen ze zich heel duidelijk laten zien door uit het water te springen of een boeggolf aan de oppervlakte te veroorzaken. Echter doen ze dit niet altijd. Vaak gaat het een stuk subtieler, bijvoorbeeld met een spoor van aasbelletjes of waar het water troebel is geworden van azende vis(sen). Dit zijn dan ook tekenen waar ik heel erg op let tijdens het vissen. Zie ik bijvoorbeeld aan de andere kant van het water veel leven, dan pak ik vaak alle spullen in en verkas ik daarheen. Het is een kwestie van keuzes maken, heb je een dag gezeten zonder actie en is er ergens anders plek én zijn daar veel vissen actief(oppervlakte bijvoorbeeld), maak dan de keuze en verkas direct! Als je vist waar geen vis zit vang je sowieso niet. Mocht je een keer aan het water komen en niks zien, ga dan uit van eerdere ervaringen. Zie je bijvoorbeeld met een bepaald weertype steeds in dezelfde hoek van een water vis, dan kan je er ‘’vanuit gaan’’ dat er dan ook vis ligt. Dit zijn allemaal belangrijke dingen die meespelen in je visserij. Door te praten met andere vissers kan je ook achter bepaalde locaties en dergelijke komen. Soms moet je elkaar namelijk een beetje helpen met het vangen van de vis. Als je bijvoorbeeld aankomt op een water waar het druk is en je er wil vissen. Loop even een rondje en vraag aan iedereen waar ze zitten te vissen, zo kan je meestal tot een plek komen waar je kan gaan vissen. Dit scheelt ook een hoop gedoe aan de waterkant en zorgt er voor dat iedereen een plezierig verblijf aan de waterkant heeft.
6). Hoe vis je telkens op dezelfde plek?
We hebben nu een stek gekozen waar we gaan vissen, alle materialen zijn er op afgestemd en we gaan vissen. Door rond te werpen op je plek ga je achter dieptes komen van het water. Als vuistregel hebben we dat een 80 grams loodje ongeveer met 1 meter per seconde onderwater zakt. Als je dus wil weten hoe diep het is tel je het aantal seconden dat het lood bezig is om te zakken naar de bodem. Hierbij nemen we in acht dat op het moment dat je lood het water raakt hij al een meter diepte heeft. Dus als het lood het water raakt begin je te tellen, 1001, 1002, 1003… enzovoort(deze manier van tellen duurt telkens 1 seconde). Tot je het lood op de bodem voelt komen. Dit verneem je doordat de top van de hengel terugspringt omdat de spanning van de lijn gaat als het lood de bodem raakt.
We weten nu de diepte waar we op vissen, is het bekend dat op het water er bepaalde plekken zijn waar veel rotzooi op de bodem ligt, trek dan een lood over de bodem om te kijken of er veel rotzooi ligt. Door dit te doen kan je nog aanpassingen doen die er voor zorgen dat je extra scherp zit te vissen. Heb je eenmaal een plek gevonden waar je telkens je aas wil presenteren dan is het een kwestie van onthouden. Je kan gebruik maken van distancesticks of je lijn uit lopen met een waadpak(als je ondiep vist, langs een rietkraag bijvoorbeeld) om er voor te zorgen dat je telkens op dezelfde plek zit te vissen. Dit is een stukje nauwkeurigheid die je uiteindelijk meer vissen gaat opleveren.
7). Hoe zorg je voor de gevangen karper?
Hopelijk heb je met behulp van deze tips een karper kunnen haken en deze kunnen scheppen. Hoe zorgen we dat deze vis zonder schade weer terugkeert in het water? Op het moment dat we de karper in ons schepnet hebben is het belangrijk om geen spanning meer te houden op de lijn. Kijk te allen tijde of je de vis in het water kan onthaken, dit verminderd namelijk de kans dat de haak uitscheurt aanzienlijk tijdens het tillen naar de onthaakmat. Als je de vis in het water kan onthaken dan doe je het volgende: je haalt het schepnet uit het spreidblok en houd de twee spreidarmen parallel tegen elkaar aan. Vervolgens rol je het net op totdat je bijna bij de karper bent, op dit moment moet je de vis niet optillen met het net! We moeten namelijk eerst kijken of de vinnen van de vis mooi gestroomlijnd tegen het lichaam aan liggen. Is dit niet het geval en zou je de vis optillen dan kan de vin breken. Liggen de vinnen tegen het lichaam dan kan je nu de vis uit het water tillen naar de onthaakmat. Zorg dat je een water emmertje klaar hebt staan om de vis nat te houden op de kant. Hierdoor zal je de slijmlaag niet beschadigen.
Is het echter zo dat je de vis niet in het water hebt kunnen onthaken dan moet je het volgende doen. Eerst neem je een hoop lijn waar geen spanning op zit en doet die bij de vis in het net. Dit zorgt er voor dat je geen spanning op de haak zet en dus de kans op een uitgescheurde haak heel erg verminderd. Vervolgens rol je dus het schepnet weer op volgens de hiervoor beschreven stappen. Het enige wat je dan extra moet doen is de haak uit de bek van de vis halen op de onthaakmat.
Vervolgens check ik altijd of de vis bepaalde beschadigingen heeft, denk hierbij aan een haak die is gaan snijden tijdens de dril of een schub die er af is gegaan tijdens de dril. In dat soort gevallen heb ik altijd nog een Carp Care setje bij van Korda. Het maakt niet uit welk merk je gebruikt, ik vind het gewoon een handig setje van Korda dus daarom gebruik ik die. Het setje werkt als volgt, je droogt de plek die je wilt gaan behandelen met een doekje, vervolgens smeer ik een beetje van dit 'spul' op de wond waar ik vervolgens ook propolis(ook inbegrepen) op smeer. Door daarna de plek te bevochtigen met water vormt het een langdurig beschermende laag. Hierna kan je de vis rustig terug zetten en ben je klaar voor de volgende vis.
Mocht je foto’s willen maken van je vangst en is er niemand in de buurt? Ik heb zelf een statief bij me waarop ik een camera of telefoon kan bevestigen. De telefoon is voor mij een noodoplossing als mijn camera zelf leeg is. Met gebruik van camera + statief heb ik altijd mooie kwalitatieve foto's, en dat is toch wel lekker als je in de winter nog even de vangsten van afgelopen jaar terug wilt kijken.
Ik hoop dat je iets aan deze tips hebt gehad en dat dit meer vissen in je schepnet bezorgt!
PS: Inmiddels hebben we een zéér interessant youtube kanaal met uitleg filmpjes voor beginners en gevorderde vissers. Abonneer je op het kanaal BFP Karpervissen kenniscentrum: https://www.youtube.com/channel/UC2Rnf56Jyzd-O7HZySek9BQ
Succes aan de waterkant,
Bas van den Broek
